Onderstaande zienswijze dienden we in iets gewijzigde vorm vandaag in per aangetekend schrijven en per email aan de Raad van de Gemeente Voorne aan Zee met in de bijlage de zienswijze van NHD.
Geachte Raadsleden,
Middels dit schrijven deelt Stichting Ecologisch Vleermuis Onderzoek Nederland (hierna SEVON) haar zienswijze aangaande de geplande opschaling van zes oudere windturbines naar twee nieuwe, grote windturbines aan en op de Haringvlietdam. We hebben de ter visie gelegde stukken ontwerp bestemmingsplan en bijbehorende bijlages nader bestudeerd.
Tevens hebben wij kennisgenomen van de zienswijze van Natuurvereniging Hollandse Delta (NHD). Wij kunnen ons geheel vinden in hun standpunten en daarmee onderschrijft SEVON deze dan ook volledig. Aangaande SEVON zich enkel statutair richt op de bescherming van vleermuizen, zal SEVON in dit traject (samen met NHD) de bescherming van vleermuizen en haar belangen behartigen.
Zoals in de zienswijze van de NHD te lezen is, zijn er vele hiaten in de onderbouwing van het ontwerp bestemmingsplan aangaande de negatieve effecten op de Staat van Instandhouding van vleermuizen. Daarmee is het duidelijk dat er verbodsbepalingen worden overtreden, waarin dan ook veel parallellen te trekken zijn met de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 21 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:853.
De rosse vleermuis staat op de rode lijst van bedreigde diersoorten en windturbines zijn een direct gevaar voor de gunstige staat van instandhouding van de populatie van deze soort. De plaatsing van turbines in gebieden met veel activiteit van rosse vleermuis zal de staat van instandhouding verder verslechteren, hetgeen in strijd is met de Wet natuurbescherming en de Habitatrichtlijn.
Goed geplaatste turbines, geen turbines danwel stilstaande turbines wanneer vleermuizen vliegen, zullen dit probleem voorkomen. De Haringvlietdam is een locatie van een ontzettend slechte plaatsing van turbines, gelet op de al verzamelde vleermuiswaarnemingen en de gedane inschattingen.
We vatten hieronder kort samen waardoor de inplanting van turbines op deze locatie tegen de Wet natuurbescherming is, alsmede de Habitatrichtlijn en een gevaar voor de gunstige staat van instandhouding (SvI) leidt.
Ecologische data is drie jaar geldig (bron: Nationale Databank Flora en Fauna, NDFF). De ecologische rapportage van Prinsen et al. (2021) is deels gebaseerd op data uit 2018. Deze rapportage laat zien dat er hoge activiteit op hoogte van onder meer Rosse vleermuis plaatsvindt. SEVON beaamd dat er terecht wordt geconcludeerd dat de turbines die nu al staan op de Haringvlietdam, en de opschaling met nieuwe turbines bij verwijdering van de oude, een negatieve invloed hebben op de staat van instandhouding van rosse vleermuizen op deze locatie.
Hierbij dient in het achterhoofd gehouden te worden dat Lintott et al (2016) duidelijk aantonen dat ecologisch onderzoek bij windturbines vaak lacunes kent en daarmee de effecten van plaatsing vaak te rooskleurig inschatten, mede door de aantrekking van insecten en daarop van vleermuizen naar windturbines. Ook Voigt et al (2021) laat zien dat middels akoestische monitoring maar een klein deel van de aanwezige vleermuizen (en afhankelijk van soorten) wordt waargenomen.
Vervolgens gebruikt Prinsen et al (2021) de 1% norm. Vleermuizen zijn langlevende soorten, waarbij zij net als andere vleermuissoorten één jong per jaar krijgen, waarbij waarschijnlijk (hier zijn geen studies naar gedaan) niet eens de helft van de jongen het eerste jaar overleeft. Hierdoor heeft niet- natuurlijke mortaliteit dan ook directe impact op de populatie, iets waar de 1% norm geen rekening mee houdt. Tevens houdt deze 1% norm geen rekening met de cumulatieve effecten van alle in Nederland al gebouwde en nog te bouwen windturbines op de sterfte van vleermuizen als gevolg van aanvaringen met turbines. Akerboom et al (2021) rekenen dit nog eens voor.
Saldering wordt vervolgens door Prinsen et al (2021) aangehaald om te laten zien dat de oude turbines meer slachtoffers zouden maken dan de nieuwe. Mogelijk is dat het geval, echter: de oude windturbines zijn nooit op basis van de Wet natuurbescherming danwel de Flora- en Faunawet vergund. Het kan dan ook niet gezien worden als winst dat de oude turbines verdwijnen en er nieuwe komen. De oude hadden er al niet moeten staan op een dergelijk belangrijke plaats voor vleermuizen. SEVON is van mening dat door het gebruik van “saldering” feiten feitelijk worden verdraaid waarmee het uitbreiden van turbinecapaciteit goed wordt gepraat. Er zal jaarlijks grote sterfte van vleermuizen optreden en dat brengt de gunstige Staat van Instandhouding in gevaar. Dit is tegen de Wet natuurbescherming en Habitatrichtlijn, mede gelet op de belangen die gediend kunnen worden.
Wij hopen dat uw gemeenteraad ook van mening is dat vleermuizen de bescherming verdienen die ze genieten en dat uw raad besluit dat de oude turbines worden verwijderd en hiervoor geen nieuwe voor laten plaatsen zodat deze kwetsbare soortgroep van verdere achteruitgang wordt behoed en de achteruitgang wordt gestopt zodat er kan worden gewerkt aan het herstel van hun populaties.
Wij sluiten graag aan bij NHD haar zienswijze dat wij u primair verzoeken uw voorgenomen besluit te heroverwegen en af te zien van de oprichting van twee nieuwe windturbines. Desgewenst zou een nieuwe clustering van turbines elders op het eiland ontwikkeld kunnen worden.
Subsidiair verzoeken wij u met het voorgaande rekening te willen houden en in uw plannen c.q. besluiten te willen opnemen c.q. te verwerken.
Bijlage: Zienswijze van Natuurvereniging Hollandse Delta (NHD) op het ontwerp bestemmingsplan windturbines Haringvlietdam