Afgelopen donderdag heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak die SEVON tegen RVO heeft aangespannen aangaande de gedragscode NOM/ Stroomversnelling. Hierin is SEVON op onze inhoudelijke punten in het ongelijk gesteld.
We zijn verbaasd dat de Rechtbank een vaag omschreven, lerende aanpak als methode voldoende acht. Zeker omdat maatregelen, waarvan niet bewezen is dat ze effectief zijn, voldoende worden geacht om vleermuissoorten van de Habitatrichtlijn te beschermen (niet effectief gebleken vleermuiskasten). De Rechtbank gaat hierbij voorbij aan het stringente beleid van de Habitatrichtlijn. Vleermuissoorten wiens populaties nu al in een ongunstige staat van instandhouding verkeren, zullen verder achteruitgaan doordat ze bij renovaties gesloten raken en verblijfplaatsen kwijt raken door onjuist en onzorgvuldig handelen.
Blijkbaar hecht de Rechtbank veel waarde aan de uitzondering die in de gedragscode is opgenomen voor “bijzondere situaties”. De Rechtbank gaat hiermee voorbij aan het feit bij 90% van de huizen zonder afdoende inventarisatie, een bijzondere situatie kan zijn en dit niet uitgesloten kan worden door de huidige gedragscode, zoals ook verwoord door het Netwerk Groene Bureaus. Populaties sterven hierdoor plaatselijk uit bij deze zich traag voortplantende en kwetsbare soorten; en door de grootschaligheid van Stroomversnelling waarschijnlijk regionaal tot landelijk.
SEVON beraadt zich over haar vervolgstappen in dit dossier. De uitspraak is via deze link te lezen.